Ik word stapel van Evert ten Napel

Evert ten Napel is een belabberde voetbalcommentator. De manier waarop hij zich er makkelijk vanaf maakt door zijn commentaar op makkelijke en luie clichés te laten leunen is voor mij altijd een constante bron van irritatie geweest. Om maar niet te spreken over de periode dat hij, waarschijnlijk na een of twee lesjes Portugees, elk Champions league wedstrijd van Real Madrid verpestte met zijn “Figoes” en “Ronaldoes” (bij Barcelona speelde toen nog “Rivaldoe”).

Woorden schieten mij tekort om te beschrijven hoe zeer Ten Napel het bloed onder mijn nagels vandaan haalt. Gelukkig kan Nico Dijkshoorn beter met woorden overweg dan ik en weet hij in zijn column voor VI zeer treffend het irritatiefactor Ever ten Napel te beschrijven:

Evert doet dat al jarenlang, bepaalde eigenschappen koppelen aan de nationaliteit. Ik kan mij zijn verslag nog herinneren tijdens Nederland-Brazilië tijdens het WK van 1998. Om gek van te worden.

Oranje was die wedstrijd een klasse beter dan de Brazilianen en vloog er uiteindelijk uit door strafschoppen, maar Evert bleef in zijn commentaar volhouden dat we volstrekt kansloos waren tegen ‘die watervlugge balkunstenaars, die heerlijke sambadansers, rechtstreeks ingevlogen uit de Copacabana. Kijk eens, wat een dekselse atleten.’

Zijn column deed me denken aan een gedicht van Theun de Winter in een van de eerste nummers van Hard Gras. In dat gedicht maakt De Winter in rijmvorm korte metten met het commentaar van Ten Napel. Toevallig kwam ik onlangs bij het opruimen mijn oude nummers van Hard Gras tegen, zodat ik het gedicht hieronder kan reproduceren, zodat iedereen die zich aan het commentaar van Evert ergert, weet dat die niet alleen is.

Rijmdwang

Ik lijd psychosomatisch
Onder zijn explicaties

Ik raak in een crisis
Door zijn analyses

Ik krijg neuroses
Van zijn prognoses

Zijn neutraal commentaar
Brengt mij op een brancard

Ik reageer als een relnicht
Op zijn tactisch inzicht

Een ‘bal tegen de bips’
Bezorgt mij bad trips

Zijn zinloze feiten
Doen mijn geest splijten

Ik word gek
Van zijn gekwek

Ik word stapel
Van Evert ten Napel

– Theun de Winter